Kossmann.dejong ontwerpt Maria-tentoonstelling

Kossmann.dejong: ‘We hebben gekozen voor een chronologische vertelling van het leven van Maria in de lange kloostergangen. In de zalen daaromheen zijn zes verschillende thema’s uitgelicht, zoals ‘Oermoeders en godinnen’, ‘Devotie’ en ‘Maria in de hedendaagse kunst’. Met een mix van audiovisuele middelen, kleur, licht en geluid is telkens een andere wereld gecreëerd. Zo wanen bezoekers zich in de ene ruimte tussen bedevaartgangers door levensgrote wandprojecties en bijbehorend gezang van Mariaprocessies, terwijl het gegalm van Weesgegroetjes in een zaal vol bidbankjes een gevoel van devotie opwekt.

Als introductie in de trapopgang naar de tentoonstelling op de eerste verdieping, neemt Maria – getoond in Hemelvaart – bezoekers mee naar hogere sferen. In de hoofdtentoonstellingsruimte zorgt een schakering van kleurfolies op de ramen voor gefilterd en gekleurd binnenvallend daglicht en in combinatie met diverse soundscapes ervaren bezoekers een prikkeling van de zintuigen. Daarbij is gezocht naar een spannend samenspel tussen oud en nieuw; historische iconen, schilderijen en pieta-figuren zijn geplaatst naast hedendaagse vertalingen van Maria in bijvoorbeeld tatoeages, video-installaties en op internet. Filmfragmenten met persoonlijke verhalen en ervaringen van bekende en onbekende Nederlanders brengen ook de menselijke kant van Maria in beeld.

Om zoveel mogelijk focus op de kunstwerken te verkrijgen, hebben we de artefacten autonoom in de ruimte geplaatst, opgetild van de vloer en los van de wanden. De narratieve kwaliteit van de eeuwenoude kloostergangen is onderdeel gemaakt van de beleving door historische, eerder verborgen kenmerken van het gebouw weer zichtbaar te maken. Ook de binnentuin is bij de tentoonstelling betrokken: een grote Maria-sculptuur staat letterlijk en figuurlijk centraal, als symbool voor iedereen. Zo is met de tentoonstelling ‘Maria’ een totaalervaring gecreëerd die kunst, cultuur, architectuur, religie en spiritualiteit met elkaar verbindt.’





Fotografie: Thijs Wolzak