Poppodia halen nauwelijks inkomsten uit sponsoring

Dat blijkt uit het rapport 'Poppodia en -Festivals in Cijfers 2014' dat de Vereniging voor Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) heeft uitgebracht.

Ondanks deze relatief lage inkomsten uit sponsoring, worden diverse podia door bedrijven gesponsord. Bekende voorbeelden zijn uiteraard de Ziggo Dome en de Heineken Music Hall. De grote zaal van 013 in Tilburg droeg in ieder geval tot de verbouwing van dit moment de naam Jupiler Zaal. De grootste zaal in de Melkweg heet The Max, naar Pepsi Max.

De podia realiseerden in 2014 tezamen een omzet van 90,4 miljoen euro. Kaartverkoop (34 procent) en horeca (25 procent) zijn de belangrijkste eigen inkomsten. Daarnaast bestaat 30 procent van de omzet uit (gemeentelijke) subsidies. Het programma (32 procent), personeelskosten (35 procent) en huisvestingkosten (16 procent).

Aan de deur werd gemiddeld 13,72 euro (ex-btw) entree betaald per bezoeker. De directe programmakosten bedroegen 13,26 euro (ex-btw) per bezoeker. Dit betekent dat gemiddeld 97 procent van de opbrengst uit kaartverkoop ten goede van de optredende artiesten komt. Huisvesting en personeel moeten poppodia dus terugverdienen met horecaomzet, subsidies en inkomsten uit het bedrijfsleven.

Foto: bartderijk / 123RF