[column] Stemactivatie-technieken gaan contentmarketing veranderen

Een kwart van de volwassenen zegt liever de stemassistent te gebruiken dan zelf te zoeken op internet. En bijna de helft van alle grotere bedrijven investeert in het gebruik van stemtechnieken binnen marketing. Er is dus een verbale revolutie opkomst die veel impact zal hebben op contentmarketing. Het gesproken woord wordt minstens zo belangrijk dan het geschreven woord. Lees het volledige artikel op de website van CMI.

Wat ook bijzonder is: content zonder data is minder betrouwbaar. Dat schrijft Ann Gynn op de website van Joe Pulizzi. ‘Als content geen data bevat, is het minder waarschijnlijk dat deze wordt vertrouwd, overtuigd of zelfs gelezen. Dat is gebaseerd op de bevindingen van een enquête van augustus onder 1.054 Amerikaanse volwassenen die deze week is uitgebracht door SurveyMonkey Audience.’ Ook uitspraken van Jelmer Wind boeiden me: ‘Op YouTube wordt per minuut gemiddeld driehonderd uur aan videocontent geüpload. Het is niet makkelijk om in die enorme stroom gevonden te worden. YouTube is the best place to hide a video, zeggen we dan ook wel. Je kunt niet zomaar je content op YouTube zetten en hopen dat mensen dit gaan bekijken. Om het YouTube-algoritme voor je te laten werken, zodat jouw content bij het grote publiek te zien is, moet je de wetten kennen en de regels van het algoritme volgen.' Ga er maar aan staan als contentmarketeer.

Ook deze week weer ruimte voor nieuwe woorden in ons vakgebied: location intelligence. Op deze website wordt in een beknopt artikel geprobeerd uit te leggen waarover het gaat: ‘Location intelligence is op allerlei vlakken in te zetten, bijvoorbeeld om logistieke processen te optimaliseren, werklocaties veiliger te maken of klanten inzicht te geven in woon-, werk- en verkeersdata. Location intelligence kan uitkomst bieden bij complexe maatschappelijke issues, zoals de energietransitie, mobiliteit en ruimtelijke planning.’ Snapt u het? Ik niet in ieder geval. En als senior ga ik er maar vanuit dat ik ergens de boot heb gemist. Maar ik vermoed velen met mij. Hoe moet dat nu als je als bedrijf via de media jezelf promoot op een manier die in ieder geval niet van de doelgroep uitgaat, maar meer van jezelf. Dat doen we bij contentmarketing natuurlijk niet. Een ander begrip dat langs kwam: vertical content. Dat krijgt op een mobile maximale aandacht. Het scherm ziet er anders uit dan bij traditionele content. Kijk maar eens op de website van CMI waar dit fenomeen goed wordt uitgelegd.

Verder met veel genoegen het trendrapport gelezen dat een aantal vooraanstaande contentmarketeers maakten naar aanleiding van het CMI-congres afgelopen september. Het rapport bevat korte heldere inzichten die je kijk op contentmarketing kunnen veranderen. Maar wees bedacht op weer een reeks nieuwe woorden en begrippen, zoals UVP’s, unique value propositions in plaats van USP’s. En content waar we in het verleden trots op waren kan nu worden afgedaan als slappe seo-tekst. Ik lees ook iets over een influencer nurture-plan. Vermoedelijk wordt hier een stappenplan bedoeld.

Heb je trouwens al eens van het woord kanaal-attract gehoord? Ik niet. Ik ga er maar vanuit dat hier de aantrekkelijkheid van een mediakanaal wordt bedoeld. En wat vindt u van een T-shaped contentmarketeer? Wat ik wel een grappig woord vind: contentsnacks of snackable content. En die content moet ik blijkbaar bouwen rond ‘curiosity gaps’. Maar het moet dan wel ‘bingewaardige’content zijn. Gooi het maar in mijn pet. Ik begrijp dat dit soort content je naar een plezierig hoogtepunt brengt. Nou vooruit dan maar weer. In mijn vorige column pleitte ik voor een contentmarketing woordenboek. Bij deze nog maar een keer. Want contentmarketeers moeten wel met twee benen op de grond blijven staan.